Ik wil u voorstellen aan Dhr. Ferdinand Theo Crijns. Hij was vroeger Adjunct directeur van de mijn Laura. Hij deed voornamelijk werkzaamheden als personeelsbeleid en juridische zaken.
Zijn opleiding is begonnen op het Bernadinuscollege in Heerlen op de afdeling gymnasium. Toevallig was dat de dag voordat ik Dhr. Crijns interviewde een reünie op het Bernadinuscollege waar hij ook naartoe is geweest. Hij haalde zijn Gymnasium diploma en vertrok naar Leiden. Hier ging hij studeren aan de Universiteit. Nadat hij in 1949 klaar was met deze studie kreeg hij diverse werkzaamheden aangeboden. Zo kon hij gaan werken bij de Nederlandse bank en bij het beroemdste advocaten kantoor van Nederland. Dit wilde hij alle twee niet.
Bij de overheid in Den Haag was de mijnindustrie zeer gewild, maar er was ook kritiek. De regering vond namelijk dat de mijnen een asociaal beleid voerde, denk aan akkoorden en arbeidsomstandigheden. De overheid had een voorwaarde gesteld dat bij alle mijnondernemingen een functionaris moest worden aangesteld op het gebied van personeelsbeleid en sociaal beleid. Op de Oranje Nassau Mijnen, Staatsmijnen en bij de Laura & Vereeniging kwam in dezelfde periode deze functie vrij. Op de mijn Laura kreeg Dhr. Crijns deze functie toegewezen. Dit was werk dat hem wel interesseerde.
Hij was de enige in de familie die op het mijnbedrijf werkte, zelf ging hij regelmatig ondergronds kijken. Hier sprak hij met de mijnwerkers en zo wist hij ook wat op de werkvloer speelde.
In augustus 1971 (toen de mijnen gingen sluiten) vertrok hij bij de Laura mijn. Hij ging werken bij V&D, als directeur personeelszaken. Na een aantal jaar vertrok hij hier weer en ging werken bij de middenstandsbank (ING). Dit heeft hij nog een aantal jaar gedaan.
Op de dag vandaag vertelt hij nog vaak over deze mooie tijd. Zo heeft hij nog een aantal lezingen gegeven over de mijnarbeid. Hij heeft er plezier in om over het mijnverleden te vertellen want het was een mooie tijd, maar als 90 jarige doe ik het zo langzamerhand wel wat rustiger aan zegt hij.
Zijn opleiding is begonnen op het Bernadinuscollege in Heerlen op de afdeling gymnasium. Toevallig was dat de dag voordat ik Dhr. Crijns interviewde een reünie op het Bernadinuscollege waar hij ook naartoe is geweest. Hij haalde zijn Gymnasium diploma en vertrok naar Leiden. Hier ging hij studeren aan de Universiteit. Nadat hij in 1949 klaar was met deze studie kreeg hij diverse werkzaamheden aangeboden. Zo kon hij gaan werken bij de Nederlandse bank en bij het beroemdste advocaten kantoor van Nederland. Dit wilde hij alle twee niet.
Bij de overheid in Den Haag was de mijnindustrie zeer gewild, maar er was ook kritiek. De regering vond namelijk dat de mijnen een asociaal beleid voerde, denk aan akkoorden en arbeidsomstandigheden. De overheid had een voorwaarde gesteld dat bij alle mijnondernemingen een functionaris moest worden aangesteld op het gebied van personeelsbeleid en sociaal beleid. Op de Oranje Nassau Mijnen, Staatsmijnen en bij de Laura & Vereeniging kwam in dezelfde periode deze functie vrij. Op de mijn Laura kreeg Dhr. Crijns deze functie toegewezen. Dit was werk dat hem wel interesseerde.
Hij was de enige in de familie die op het mijnbedrijf werkte, zelf ging hij regelmatig ondergronds kijken. Hier sprak hij met de mijnwerkers en zo wist hij ook wat op de werkvloer speelde.
In augustus 1971 (toen de mijnen gingen sluiten) vertrok hij bij de Laura mijn. Hij ging werken bij V&D, als directeur personeelszaken. Na een aantal jaar vertrok hij hier weer en ging werken bij de middenstandsbank (ING). Dit heeft hij nog een aantal jaar gedaan.
Op de dag vandaag vertelt hij nog vaak over deze mooie tijd. Zo heeft hij nog een aantal lezingen gegeven over de mijnarbeid. Hij heeft er plezier in om over het mijnverleden te vertellen want het was een mooie tijd, maar als 90 jarige doe ik het zo langzamerhand wel wat rustiger aan zegt hij.