In Schinnen stond tot medio 1993 nog een voormalige mijnschacht (schacht 4) van de Staatsmijn Emma. Deze schacht was gelegen direct naast de spoorlijn van Heerlen naar Sittard en de autosnelweg A76. De schacht is in 1961 in bedrijf gekomen en is vanaf 1963 als ventilatieschacht, intrekkende lucht, in gebruik geweest. Verder werd de schacht gebruikt voor het vervoeren van personen, materialen en waschberge. Waschberge waren gebroken stenen vanuit de kolenzeverij die weer, via een pijpleiding naar beneden/ondergronds gingen. Ondergronds werden deze waschberge in mijnwagens naar de HT (houttoevoer) vervoerd. Hier werden de wagens gekiept in de blazend vulmachine. Via een pijp werden de stenen onder hoge druk naar de pijler, oude man ontkoolde gedeelte, geblazen.
Schacht 4 lag in het zadel van Puth. Hier bevonden zich de pijlers, steile vleugels, de afdelingen Nico. Hier werd ontkoold zonder transportmiddel in de pijler. De kolenlaag was hier zo steil dat de kolen naar beneden vielen. In secties vielen de kolen, via klappen, naar de voet van de pijler en werden dan via de AB(afvoerbanden) naar de laadkast vervoerd. Omdat schacht 4 enkele km van de SM Emma lag duurde het transport ondergronds te lang en werd de effectieve werktijd te kort. De ondergronders die in de pijlers, de Nico afdelingen werkten, gingen via schacht 4 naar hun werkplek. Dit leverden meer effectieve werktijd op. De bankwerkers, elektriciens, mijnmeters enz. gingen met ondergronds vervoer, trein of fiets richting schacht 4.
Op het terrein van Schacht 4 is tegenwoordig een Amerikaanse bevoorradingsbasis gevestigd, de United States Army Garrison Schinnen. De basis bestaat uit een groot winkelcentrum, banken en enkele restaurants. De voormalige mijnspoorweg liep van Brunssum, Hoensbroek en Nuth via Thull langs de Geleenbeek over het grondgebied van de gemeente Schinnen, en kruiste in Schinnen de Stationsstraat en de Veeweg via een ongelijkvloerse kruising. Ter hoogte van het terrein van Schacht 4 verliet de mijnspoorweg het grondgebied van de gemeente Schinnen en vervolgde haar weg via het grondgebied van de gemeenten Spaubeek en Geleen haar route naar de haven van Stein.
Eind jaren '50, begin jaren '60 kochten de Staatsmijnen het gebied gelegen rondom de Muldermolen in de buurtschap Thull. In dit gebied was een oude molen gelegen en enkele boerderijen. Gedurende enkele jaren werd in dit gebied mijnslik en mijnsteen geloosd afkomstig van de voormalige Staatsmijn Emma in Hoensbroek. Nadat de mijnen waren gesloten was het terrein in handen gekomen van DSM en ontstond er een natuurgebied met zeldzame plantengroei.
In de jaren '90 is het gebied overgegaan van DSM naar de gemeente Schinnen en is het gebied deel uit gaan maken van Landschapspark 'De Graven'. Dit heeft er onder meer toe geleid dat het hele gebied opnieuw werd ingericht met wandelpaden, het terugbrengen van de in het gebied stromende Geleenbeek in haar natuurlijke loop (gedurende de periode dat in het gebied mijnslik werd gestort, is de Geleenbeek gekanaliseerd en om het gebied heen geleid) en het aanleggen van een grote visvijver in het voormalige slik.
Schacht 4 lag in het zadel van Puth. Hier bevonden zich de pijlers, steile vleugels, de afdelingen Nico. Hier werd ontkoold zonder transportmiddel in de pijler. De kolenlaag was hier zo steil dat de kolen naar beneden vielen. In secties vielen de kolen, via klappen, naar de voet van de pijler en werden dan via de AB(afvoerbanden) naar de laadkast vervoerd. Omdat schacht 4 enkele km van de SM Emma lag duurde het transport ondergronds te lang en werd de effectieve werktijd te kort. De ondergronders die in de pijlers, de Nico afdelingen werkten, gingen via schacht 4 naar hun werkplek. Dit leverden meer effectieve werktijd op. De bankwerkers, elektriciens, mijnmeters enz. gingen met ondergronds vervoer, trein of fiets richting schacht 4.
Op het terrein van Schacht 4 is tegenwoordig een Amerikaanse bevoorradingsbasis gevestigd, de United States Army Garrison Schinnen. De basis bestaat uit een groot winkelcentrum, banken en enkele restaurants. De voormalige mijnspoorweg liep van Brunssum, Hoensbroek en Nuth via Thull langs de Geleenbeek over het grondgebied van de gemeente Schinnen, en kruiste in Schinnen de Stationsstraat en de Veeweg via een ongelijkvloerse kruising. Ter hoogte van het terrein van Schacht 4 verliet de mijnspoorweg het grondgebied van de gemeente Schinnen en vervolgde haar weg via het grondgebied van de gemeenten Spaubeek en Geleen haar route naar de haven van Stein.
Eind jaren '50, begin jaren '60 kochten de Staatsmijnen het gebied gelegen rondom de Muldermolen in de buurtschap Thull. In dit gebied was een oude molen gelegen en enkele boerderijen. Gedurende enkele jaren werd in dit gebied mijnslik en mijnsteen geloosd afkomstig van de voormalige Staatsmijn Emma in Hoensbroek. Nadat de mijnen waren gesloten was het terrein in handen gekomen van DSM en ontstond er een natuurgebied met zeldzame plantengroei.
In de jaren '90 is het gebied overgegaan van DSM naar de gemeente Schinnen en is het gebied deel uit gaan maken van Landschapspark 'De Graven'. Dit heeft er onder meer toe geleid dat het hele gebied opnieuw werd ingericht met wandelpaden, het terugbrengen van de in het gebied stromende Geleenbeek in haar natuurlijke loop (gedurende de periode dat in het gebied mijnslik werd gestort, is de Geleenbeek gekanaliseerd en om het gebied heen geleid) en het aanleggen van een grote visvijver in het voormalige slik.