Staatsmijn Emma (1911 - 1973)
Productie: 109.032.000 ton.
Locatie van het mijnterrein: Hoensbroek. (tegenwoordig Brunssum)
Aantal schachten: 4. De mijn werd eerst ontworpen met 2 schachten, daarna uitgebreid tot 3 (1939), en toen tot 4 (constructie gestart 1947, voltooid 1956)
Productie: 109.032.000 ton.
Locatie van het mijnterrein: Hoensbroek. (tegenwoordig Brunssum)
Aantal schachten: 4. De mijn werd eerst ontworpen met 2 schachten, daarna uitgebreid tot 3 (1939), en toen tot 4 (constructie gestart 1947, voltooid 1956)
Schacht 1 en 2 waren schachten met kooien, voor transport van kolen en personeel.
Schacht 3 was bestemd voor kolentransport, maar was uitgerust met een zo geheten skip. Dit is in feite een grote stalen cabine, die 10 tot 25 ton kolen in een keer achter elkaar kan verladen. Met het kooisysteem kon maximum 8 ton per keer worden verladen Het laden van wagens in de schacht kostte meer tijd, en men moest meer staal per keer ophijsen. Schacht no. 3 werd ook gebruikt voor ventilatiedoeleinden (uitgaande lucht). Schacht No. 4 bevond zich in het plaatsje Schinnen, op enige km's afstand van Hoensbroek.
Schacht 4 was ontworpen voor ventilatie en voor het omlaagbrengen van vulstenen.Deze waren noodzakelijk om gemijnde pijlers op te vullen om instorting te voorkomen. Later werd schacht 4 opnieuw ingericht voor het transport van personen. Het ventilatiesysteem gebruikte de schachten 1, 2, en 4 voor de toevoer van verse lucht (intrekkende schachten), terwijl schacht nr. 3 werd gebruikt voor afvoer van lucht (uittrekkende schacht).
De Staatsmijn Emma was de op een na grootste kolenmijn van Nederland. Alleen de Staatsmijn Maurits (waarmee de Emma later was verbonden via een 13 km lange tunnel) was groter. In 1963 werd de staatsmijn Emma geïntegreerd met de Staatsmijn Hendrik te Brunssum / Rumpen op ongeveer 5 km afstand.
Bovengronds gemeten liep het ondergronds gebied van de Staatsmijn Emma vanaf de mijnlocatie in Hoensbroek naar kasteel Hoensbroek naar het zuiden, dan westwaarts naar de dorpen Nuth en Schinnen, daarna noordoostwaards via Puth en Oirsbeek terug naar de mijnlocatie. Dit is een gebied van ongeveer 7235 hectaren. De Staatsmijn Emma had op zijn hoogtepunt 10.000 mensen in dienst, hiervan werkten er 6000 ondergronds. Het noordelijk veld van de Emma is nooit geëxploiteerd, en blijft een strategische reserve tot op de dag van vandaag. De Staatsmijn Emma produceerde voornamelijk kolen voor industrieel gebruik. De mijn was verbonden met een cokesfabriek gelegen bij de plaats Beek (gesloten 1968).
Schacht 3 was bestemd voor kolentransport, maar was uitgerust met een zo geheten skip. Dit is in feite een grote stalen cabine, die 10 tot 25 ton kolen in een keer achter elkaar kan verladen. Met het kooisysteem kon maximum 8 ton per keer worden verladen Het laden van wagens in de schacht kostte meer tijd, en men moest meer staal per keer ophijsen. Schacht no. 3 werd ook gebruikt voor ventilatiedoeleinden (uitgaande lucht). Schacht No. 4 bevond zich in het plaatsje Schinnen, op enige km's afstand van Hoensbroek.
Schacht 4 was ontworpen voor ventilatie en voor het omlaagbrengen van vulstenen.Deze waren noodzakelijk om gemijnde pijlers op te vullen om instorting te voorkomen. Later werd schacht 4 opnieuw ingericht voor het transport van personen. Het ventilatiesysteem gebruikte de schachten 1, 2, en 4 voor de toevoer van verse lucht (intrekkende schachten), terwijl schacht nr. 3 werd gebruikt voor afvoer van lucht (uittrekkende schacht).
De Staatsmijn Emma was de op een na grootste kolenmijn van Nederland. Alleen de Staatsmijn Maurits (waarmee de Emma later was verbonden via een 13 km lange tunnel) was groter. In 1963 werd de staatsmijn Emma geïntegreerd met de Staatsmijn Hendrik te Brunssum / Rumpen op ongeveer 5 km afstand.
Bovengronds gemeten liep het ondergronds gebied van de Staatsmijn Emma vanaf de mijnlocatie in Hoensbroek naar kasteel Hoensbroek naar het zuiden, dan westwaarts naar de dorpen Nuth en Schinnen, daarna noordoostwaards via Puth en Oirsbeek terug naar de mijnlocatie. Dit is een gebied van ongeveer 7235 hectaren. De Staatsmijn Emma had op zijn hoogtepunt 10.000 mensen in dienst, hiervan werkten er 6000 ondergronds. Het noordelijk veld van de Emma is nooit geëxploiteerd, en blijft een strategische reserve tot op de dag van vandaag. De Staatsmijn Emma produceerde voornamelijk kolen voor industrieel gebruik. De mijn was verbonden met een cokesfabriek gelegen bij de plaats Beek (gesloten 1968).