New York had haar World Trade Centre maar Heerlen heeft ook lange tijd twee markante torens gehad. Namelijk de Lange Jan en de Lange lies. Dit waren twee schoorstenen van de Oranje-Nassau Mijn 1.
In 1937/1938 werd een 135 meter hoge schoorsteen uit de grond gestamd. Deze schoorsteen kreeg al snel de naam Lange Jan. Deze schoorsteen werd gebouwd om de rookgassen die vrijkomen bij het stoken van kolenslib te lucht in te laten gaan. De mijndirecties lieten het onverkoopbare kolenslib stoken om zo goedkoop aan elektriciteit te komen. In de begin jaren zat er geen filter op de Lange Jan waardoor het rookgas snel neerdaalt en de omgeving rondom de schoorsteen bedekt. Veel huisvrouwen klaagde omdat het gewassen wasgoed, dat buiten hing om te drogen, binnen een uur grauw was geworden.
In 1953 werd begonnen met de bouw van een tweede schoorsteen. Deze kreeg onder de Heerlenaren al snel de naam Lange Lies. Deze 155 meter hoge schoorsteen woog maar liefs 5600 ton en er was 2000 kubieke meter gewapend beton nodig om Lange Lies te bouwen. Lange Lies zorgde dat de rookgassen van de waterpijpketels de lucht in werden gedelegeerd. Met haar hoogte van 155 meter was de Lange Lies de hoogste schoorsteen van Europa. De Heerlenaar was trots op zijn markeringspunten. Als men van vakantie terug kwam kon men de rode lichten van de schoorstenen al van verre zien.
In 1950 maakte Heerlenaar Wiel Knipa een carnavalsnummer over de Lange Jan “D’r lange Jan”. Knipa vertelde in der tijd tegenover een reporter dat de Heerlenaar psychologisch toe was aan een eigen lied. “D’r Lange Jan” werd in 1951 uitgeroepen tot winnend carnavalsnummer van de plaatselijke carnavalsvereniging. Heel Heerlen zong dit lied uit volle glorie mee.
Na de aankondiging van de mijnsluiting op 17 december 1965 kwam er ook een einde aan de steenkoolwinning op de Oranje Nassau Mijn 1. Op 31 december kwamen hier de laatste kolen naar boven waarna tot sloop kon overgaan. Op 16 augustus 1976 omstreeks 14:00 stond het opblazen van de Lange Lies op de planning. De sloper die hiervoor verantwoordelijk was, genaamd Couwenbergh, had aan de voet van de schoorsteen een zogenaamde wig gemaakt. Met deze wig stuurde men de schoorsteen als het ware een richting op waarna hij op de aarde neerdaalde.
4 dagen later op 21 augustus 1976 was het de beurt aan de Lange Jan. ’s Morgens vroeg om 9 uur klonk de toeter voor het omschieten van de tweede schoorsteen. Bij de voorbereidingen van deze sloop liepen de meningen van de sloper Dhr. Couwenberg en de arbeidsinspectie uiteen. Sloper Couwenberg voerde protest maar de sloop werd voortgezet op de manier van de arbeidsinspectie. Deze luidde namelijk dat het betonijzer van de schoorsteen niet alleen aan de voorzijde maar ook aan de achterzijde zou worden losgebrand. Lange Jan viel even in de goede richting maar zakte dan. Met gevolg dat deze, mede door de losgebrande ijzers, de verkeerde kant op viel en een enorme schade veroorzaakte. In zijn val nam Lange Jan een hoogspanning mee en verpletterde hij een leegstaand kantoorgebouw. In dit gebouw was, ironisch genoeg, destijds het bureau voor mijnschade gevestigd. Al snel werd onder de Heerlenaren gezegd dat De Lange wraak heeft genomen.
Enkele seconden na de val stormde het toegestroomde publiek af op de neergedaalde schoorsteen. Iedereen probeerde een souvenir van de Lange Jan in handen te krijgen. De politie had grote moeite om het publiek op afstand te houden. ’s Avonds werd er een symbolische rouwstoet gehouden door de straten van Heerlen om een laatste eer te bewijzen aan de Lange Jan. Tijdens deze tocht werden, speciaal voor deze gelegenheid, gedrukte bidprentjes uitgedeeld.
Zo kwam er een einde aan de twee markante herkenningspunten van Heerlen, De Lange Jan en de Lange Lies.
In 1937/1938 werd een 135 meter hoge schoorsteen uit de grond gestamd. Deze schoorsteen kreeg al snel de naam Lange Jan. Deze schoorsteen werd gebouwd om de rookgassen die vrijkomen bij het stoken van kolenslib te lucht in te laten gaan. De mijndirecties lieten het onverkoopbare kolenslib stoken om zo goedkoop aan elektriciteit te komen. In de begin jaren zat er geen filter op de Lange Jan waardoor het rookgas snel neerdaalt en de omgeving rondom de schoorsteen bedekt. Veel huisvrouwen klaagde omdat het gewassen wasgoed, dat buiten hing om te drogen, binnen een uur grauw was geworden.
In 1953 werd begonnen met de bouw van een tweede schoorsteen. Deze kreeg onder de Heerlenaren al snel de naam Lange Lies. Deze 155 meter hoge schoorsteen woog maar liefs 5600 ton en er was 2000 kubieke meter gewapend beton nodig om Lange Lies te bouwen. Lange Lies zorgde dat de rookgassen van de waterpijpketels de lucht in werden gedelegeerd. Met haar hoogte van 155 meter was de Lange Lies de hoogste schoorsteen van Europa. De Heerlenaar was trots op zijn markeringspunten. Als men van vakantie terug kwam kon men de rode lichten van de schoorstenen al van verre zien.
In 1950 maakte Heerlenaar Wiel Knipa een carnavalsnummer over de Lange Jan “D’r lange Jan”. Knipa vertelde in der tijd tegenover een reporter dat de Heerlenaar psychologisch toe was aan een eigen lied. “D’r Lange Jan” werd in 1951 uitgeroepen tot winnend carnavalsnummer van de plaatselijke carnavalsvereniging. Heel Heerlen zong dit lied uit volle glorie mee.
Na de aankondiging van de mijnsluiting op 17 december 1965 kwam er ook een einde aan de steenkoolwinning op de Oranje Nassau Mijn 1. Op 31 december kwamen hier de laatste kolen naar boven waarna tot sloop kon overgaan. Op 16 augustus 1976 omstreeks 14:00 stond het opblazen van de Lange Lies op de planning. De sloper die hiervoor verantwoordelijk was, genaamd Couwenbergh, had aan de voet van de schoorsteen een zogenaamde wig gemaakt. Met deze wig stuurde men de schoorsteen als het ware een richting op waarna hij op de aarde neerdaalde.
4 dagen later op 21 augustus 1976 was het de beurt aan de Lange Jan. ’s Morgens vroeg om 9 uur klonk de toeter voor het omschieten van de tweede schoorsteen. Bij de voorbereidingen van deze sloop liepen de meningen van de sloper Dhr. Couwenberg en de arbeidsinspectie uiteen. Sloper Couwenberg voerde protest maar de sloop werd voortgezet op de manier van de arbeidsinspectie. Deze luidde namelijk dat het betonijzer van de schoorsteen niet alleen aan de voorzijde maar ook aan de achterzijde zou worden losgebrand. Lange Jan viel even in de goede richting maar zakte dan. Met gevolg dat deze, mede door de losgebrande ijzers, de verkeerde kant op viel en een enorme schade veroorzaakte. In zijn val nam Lange Jan een hoogspanning mee en verpletterde hij een leegstaand kantoorgebouw. In dit gebouw was, ironisch genoeg, destijds het bureau voor mijnschade gevestigd. Al snel werd onder de Heerlenaren gezegd dat De Lange wraak heeft genomen.
Enkele seconden na de val stormde het toegestroomde publiek af op de neergedaalde schoorsteen. Iedereen probeerde een souvenir van de Lange Jan in handen te krijgen. De politie had grote moeite om het publiek op afstand te houden. ’s Avonds werd er een symbolische rouwstoet gehouden door de straten van Heerlen om een laatste eer te bewijzen aan de Lange Jan. Tijdens deze tocht werden, speciaal voor deze gelegenheid, gedrukte bidprentjes uitgedeeld.
Zo kwam er een einde aan de twee markante herkenningspunten van Heerlen, De Lange Jan en de Lange Lies.